over loyaliteit

“Rendementen uit het verleden zijn geen garantie voor de toekomst ”.

Deze zin is niet alleen van toepassing als je aandelen of andere financiële producten koopt. Een “negatief” rendement als kind uit de relatie met de ouders is al helemaal geen garantie voor een (gezonde) toekomst. Het resultaat van het rendement kan uit loyaliteit naar de ouders, “een kind van de rekening “ zijn. De één gaat met dit rendement, deze erfenis, (meer ) destructief en de ander (meer) constructief om.

Sommige romanschrijvers/sters zijn verdraaid goed in het verhelderen van contextuele inzichten. Of in staat zodanig iets te beschrijven, “dat je er wat mee hebt”.Een eyeopener in dit verband vind ik Connie Palmen. Zij geeft in haar boek: “ I.M.” het volgende antwoord :(In gesprek met Ischa Meijer zegt zij:)

Sommige mensen dromen vooruit en sommige dromen achteruit: zeg ik tegen hem, ‘en jij behoort tot de mensen die achteruit dromen.’ Hij is onmiddellijk enthousiast.
‘Ik zal niet zeggen dat ik direct begrijp wat je bedoelt: zegt hij, ‘maar ik weet dat je gelijk hebt.’ Door zijn reactie durf ik door te gaan, durf ik hem te zeggen wat ik bedoel. Dat ik meen dat hij door alles wat hij doet en laat nog steeds hoopt dat hij iets aan zijn verleden kan veranderen, het goed kan maken, of dat hij het zover kan brengen dat zijn ouders op z’n minst zien, horen en erkennen wat zij voor hem betekenen. Daardoor kan hij zo roekeloos omspringen met de mensen die hij in het heden ontmoet, want het maakt hem niet zoveel uit wat ze doen, of ze blijven of gaan, of ze hem liefhebben, erkennen of veroordelen. Zijn liefde en trouw zijn toch niet voor hen bestemd, maar voor zijn ouders. Zoals anderen dromen van de toekomst, droomt hij van het verleden. Ik zeg hem dat hij nog steeds dat jongetje is dat alles goed wil maken en dat ik ook moet denken aan dat gedichtje laatst, in De Dikke Man, waarin hij zegt dat je in je jeugd voorgoed leeft.

En over, hoe ingewikkeld, de onverbrekelijke band (loyaliteit) tussen ouders en kinderen kan zijn:

Bij het wakker worden merk ik het al. Ik hoef mijn arm maar om die compacte tors te slaan om te voelen hoe het lichaam me afwijst, hoe gesloten het is.“Ben je weer eens te gelukkig geweest, Is ?”
“Hoezo?” gromt hij. Omdat het steeds zo gaat leg ik hem uit. Omdat zo veel geluk voor hem onverdraaglijk is, omdat hij zichzelf daarna bestraft door zich van me te verwijderen, want ik ben schuldig aan zijn geluk en schuldig aan zijn geluk betekent schuldig aan een moment van het vergeten van de wanhoop over de afwezigheid van zijn ouders. “Ik werd vanochtend wakker en ik dacht : als ik zo van Connie blijf houden als ik nu doe, dan betekent dat ook dat ik voor het eerst in mijn leven mijn moeder in de steek zou laten, nee erger, zou verraden.” Hij zegt het zo lief, zo angstig.
“Het breekt mijn hart als je zo bent, Is,”zeg ik.
“Ik ben bang”, zegt hij.Dat kun je maar het beste laten zien, dan.” Maar daar ben ik juist bang voor.

 Gebruikte literatuur.

Connie Palmen, I.M., Uitg. Prometheus-Amsterdam, 5de dr.,2005, ISBN 90-446-0633-6.